Nieuws

Utrechtse geurregeling leidt niet tot doorkruising milieuwetgeving

De Raad van State heeft op 21 september 2022 uitspraak gedaan op de beroepen tegen het bestemmingsplan Lage Weide Utrecht. Dit bestemmingsplan bevat onder meer een geurregeling die de totale (cumulatieve) geurhinder van het bedrijventerrein regelt.

Utrechtse geurregeling leidt niet tot doorkruising milieuwetgeving

Uitgangspunt
Het uitgangspunt van de regeling is dat geurhinder in omliggende woonwijken niet mag toenemen en dat bestaande bedrijven hun huidige bedrijfsvoering moeten kunnen voortzetten. Met deze regeling is beoogd twee met elkaar tegenstrijdige belangen te verenigen. Het gaat hierbij enerzijds om het belang van omwonenden bij het zoveel mogelijk beperken van de totale geurhinder en anderzijds om het belang van de bedrijven bij het voorkomen van beperking van hun uitbreidingsmogelijkheden.
De Wet ruimtelijke ordening noch andere wettelijke voorschriften verplichten tot het normeren van cumulatieve geurhinder van bedrijventerreinen bij het vaststellen van een bestemmingsplan.

Aanvaardbare geurbelasting
In het bestemmingsplan is een geurcontour vastgelegd voor de aanvaardbare cumulatieve geurbelasting. Buiten deze contour mag de cumulatieve geurbelasting niet meer bedragen dan H=-1 als 98-percentiel (lichte hinder). Individuele geurbronnen zijn vóór de cumulatieberekening hedonisch gewogen.
Volgens de uitspraak is het voorkomen van onaanvaardbare geurbelasting op omliggende woonwijken een ruimtelijk relevant belang, waarvoor in een bestemmingsplan normen mogen worden opgenomen. Dit leidt niet tot een doorkruising van milieuwetgeving.
De gemeente Utrecht heeft de geurbelasting in redelijkheid beperkt tot de vergunde situatie. Een beperking van de geurhinder ten opzichte van de bestaande feitelijke situatie acht de Raad van State niet nodig. Volgens de uitspraak is de beperking van de uitbreidingsmogelijkheden voor de bedrijven niet onevenredig belastend.

Nieuws


Bekijk al het nieuws